Cuba is een bijzondere reisbestemming en stond al zolang als ik me kon herinneren op mijn reis wishlist. In 2012 was het zover: 3 weken backpacken in Cuba. We hebben alleen de tickets en de eerste overnachtig geboekt, verder gingen we op de bonnefooi reizen. In deze blog vertel ik je alles over de prachtige reis langs pittoreske Cubaanse dorpjes en geef ik volop tips en tricks voor het maken van een onvergetelijke reis.
Inhoudsopgave
Geen steden, maar dorpen
Bij de voorbereiding op onze reis keken we vooral naar de bekende namen, zoals Havana, Trinidad en Cienfuegos. We legden alleen de eerste overnachting vast, maar we hadden wel ongeveer een route uitgestippeld langs alle bekende plaatsen.
Op dag 1 gooiden we echter de complete route al om!
Wat een tegenvaller was Havana! Was dit het land waar ik al die jaren over had gedroomd? We kwamen gelukkig snel tot de conclusie dat er meer is in Cuba dan de steden. We vertrokken na één dag uit Havana om de rust van de schattige Cubaanse dorpjes te ontdekken.
Het resultaat is een prachtige reis langs kleine dorpen, waar we het échte Cuba mochten ervaren. In deze blog kom je dan ook weinig informatie tegen over de bekende steden, maar juist tips voor het bezoeken van authentieke Cubaanse dorpjes.
In dit artikel heb ik alleen foto’s uit onze eigen collectie geplaatst. In 2012 hadden we nog geen spiegelreflexcamera, en tjonge dat is te zien ook. Excuses dus voor de slechte kwaliteit van de foto’s, maar mij lijkt het voor het verhaal beter om onze eigen foto’s te gebruiken dan flashy stockfoto’s.
Verblijf op Cuba
Op Cuba kun je als toerist op twee plekken verblijven: in hotels (gerund door de staat) en in casas particulares.
Hotels van de overheid
De staathotels liggen er soms prachtig bij (zoals in het toeristische Varadero), maar we zijn ook hotels tegengekomen die ons deden denken aan grijze blokken beton. Cubanen die voor de overheid werken, zoals in zo’n hotel, krijgen allemaal hetzelfde salaris, ongeacht hoe hard ze werken. Hierdoor is de klantvriendelijkheid op sommige plekken ver te zoeken. Echt niet overal, we zijn ook vriendelijk personeel tegengekomen, maar zoals je in de watten wordt gelegd bij een gemiddeld hotel op een willekeurige andere bestemming vind je nauwelijks op Cuba.
Casa Particulares
Een casa particular is eigenlijk gewoon een bed & breakfast. Voor Cuba is dit echter heel speciaal, want Cubanen die niet voor de overheid in de toeristensector werken, mogen pas sinds enkele jaren met toeristen omgaan. Daarvoor kregen Cubanen zelfs een boete als ze contact hadden met toeristen. Door de versoepelde regelgeving zijn casa particulares als paddenstoelen uit de grond geschoten! En gelukkig maar, want het is fijn voor de Cubanen dat ze zo aan (redelijk normale) inkomsten kunnen komen, en voor toeristen is het geweldig om bij de locals te verblijven. Eigenaren van casa particulares doen er ook alles aan om je verblijf prettig te maken!
Casa particulares zijn er in diverse soorten en maten. Van een grote kamer in een koloniaal pand met eigen ingang en badkamer, tot aan een klein kamertje met gedeelde badkamer bij de mensen in huis. In vrijwel alle casas krijg je ontbijt (met veel fruit!) en bij sommige kun je ook avondeten, uiteraard tegen extra betaling. De eigenaren staan altijd open voor een praatje en we merkten dat ze het allemaal ontzettend leuk vinden als je probeert in het Spaans te praten (ook al kun je er geen klap van, gewoon proberen!). Ook met al je vragen over wat er te doen is in de omgeving kun je bij de locals terecht. Ze helpen je graag op weg!
Wat kost een casa particular?
Prijzen variëren van $20 tot $30 per nacht. Je krijgt dan een 2 persoonskamer met bed met meestal een eigen badkamer. Wij waren gemiddeld $25 per nacht kwijt, plus nog $4 per persoon voor het ontbijt. We namen het ontbijt er altijd bij, want we konden op straat nauwelijks een goed ontbijt vinden. In de grote steden heb je wel tentjes die je kunt vergelijken met een (zoete) bakker, maar in de dorpen niet. Ook supermarkten zoals wij die in Nederland hebben, kennen ze daar niet. Het ontbijt was simpel, maar altijd erg lekker met fruit, sap, broodjes en jam.
Vaak aten we ook ’s avonds in de casa. Voor ongeveer $8 per persoon kregen we een maaltijd met rijst, bonen, tomaat, komkommer en de keuze uit kip, varkensvlees of kreeft. Verwacht geen gevarieerde maaltijden op Cuba! Het is altijd rijst met bonen en vlees of vis.
Hoe vind je een casa particular?
De casas hebben een bordje bij hun deur met een blauw anker en de tekst ‘Arrendador Divisa’ erop. Je kunt op de bonnefooi een stad ingaan en bij casas aankloppen. Hou er wel rekening mee dat je misschien een paar casas moet langsgaan voor je een vrije kamer vindt. Ook op het busstation staan vaak hordes Cubanen die je wel naar hun casa (of die van een familielid of vriend) willen brengen. Wij vonden dit heel erg opdringerig en hebben het dus anders aangepakt: via via.
Via via een casa vinden
Alleen de eerste casa in Havana – op de dag van aankomst – hadden we vooraf gereserveerd. In de Lonely Planet vonden we een volgende casa. Eenmaal daar zat die vol (uiteraard), maar bij de buren was wel plek. Prima casa! Deze eigenaren vroegen ons waar we daarna heen wilden en zij wisten nog wel een oom/tante/vriend met een casa. Zo kwamen we steeds via via bij een volgende casa terecht.
In Sancti Spíritus vroeg de taxichauffeur of we al een casa hadden. Aangezien we die nog niet hadden, bracht hij ons naar de casa particular van een goede vriend. Dit was een super mooie! Misschien hebben we ook wel geluk gehad met de casas, maar zo via via werkte prima.
Casa particular reserveren
Liever vooraf casas reserveren? Dat kan via de app van Cuba Junky. Deze app kun je overigens ook offline raadplegen. Erg handig als je op Cuba bent, want internet is schaars daar.
Praktische info over Cuba
Toeristenkaart (visum)
Voor je vertrek naar Cuba moet je een toeristenkaart regelen. Deze kun je tegen betaling aanvragen bij touroperators of via de ANWB, maar wij hebben ‘m zelf aangevraagd bij het Consulaat van Cuba in Rotterdam. Dit was ook wel erg gemakkelijk voor ons, want het bedrijf waar ik toen werkte zit gevestigd in hetzelfde gebouw.
Regel je je visum zelf, dan ben je rond de €25 per persoon kwijt. Je vindt het consulaat op de Conradstraat 18E-7-154 in het Groothandelsgebouw, naast het centraal station. Let er wel op dat het consulaat alleen ’s ochtends van 9 tot 12 geopend is.
Via een touroperator kost het je al gauw het dubbele. Afhankelijk van je reistijd- en kosten naar Rotterdam kun je bepalen wat voor jou het handigst is.
Geld
Cuba kent een dubbele munteenheid. Dit is behoorlijk apart, dus het behoeft wat uitleg. Je hebt twee valuta:
- CUP, ook wel de Cubaanse peso of moneda nacional genoemd. Deze munt is voor de Cubanen zelf. Hiermee doen zij hun dagelijkse boodschappen.
- CUC, ook wel peso convertibel of dollar genoemd. Dit is de toeristenmunt en 1 CUC is gelijk aan 1 Amerikaanse dollar.
Op dit moment is 1 CUC = 22,6897 CUP.
Toeristen mogen officieel alleen met de CUC betalen, maar als je een keer wisselgeld in CUP krijgt, kun je dit op straat prima uitgeven. Zo hebben wij er een keer bij een pizzabakkertje op straat een pizza van gehaald. In restaurants en bij casa particulares accepteren ze alleen CUC’s.
Winkels zoals wij die kennen, hebben ze op Cuba niet. Veel Cubanen krijgen hun boodschappen ‘op de bon’. De paar winkels die bestaan, hebben heel weinig artikelen. Zo waren we in Havana in een supermarkt met allemaal vitrines. Achter iedere vitrine stond een medewerker en in één vitrine lag dan bijvoorbeeld 1 rol wc-papier en 1 deo. In een andere vitrine lagen een paar rolletjes koekjes en meer niet. Hier betaal je ook met CUC, omdat het luxeproducten zijn die de Cubanen zelf nauwelijks kopen.
Neem contant euro’s mee!
Pinnen kan op Cuba niet en in Nederland alvast CUC’s halen, is niet mogelijk omdat wisselkantoren buiten Cuba niet over CUC’s beschikken. Neem dus voldoende contant geld mee in euro’s, die je dan na aankomst op het vliegveld of bij een bank kunt wisselen voor CUC’s. Neem geen dollars mee, want bij het wisselen van dollars betaal je in Cuba een sanctie. Wij namen de euro’s en CUC’s verdeeld over onze handbagage mee. Heel maf idee, maar het kon niet anders. We droegen allebei ook zo’n portemonnee onder onze kleren. Een slotje op je koffer of backpack is handig, zeker als je een deel van je geld in je casa of hotel achterlaat.
Met creditcard CUC’s opnemen
Halverwege de reis hebben we bij een bank geld gehaald. Hiervoor heb je naast je creditcard nog je paspoort nodig. Let op: Amerikaanse creditcards worden niet geaccepteerd! Reken ook op een lange wachttijd. Ook ging de dame achter de balie alle (!) serienummers van de biljetten opschrijven. Wat een karwei zeg. Maar goed, mañana mañana.
Voor het geld opnemen met je creditcard betaal je wel transactiekosten, voor zowel de Cubaanse als je Nederlandse bank. Contant meenemen is dus goedkoper.
Vliegticket
In tien uur vlieg je met een directe vlucht met KLM naar Havana. De goedkoopste vliegtickets beginnen bij ongeveer €700. Met TUIfly (voorheen Arkefly) vlieg je naar Holguin of Varadero. Er zijn al vluchten vanaf €600, maar reken maar op een prijs van ongeveer €700 a €800. Ik ben enorm fan van Skyscanner, omdat je hierdoor in één keer alle vluchten te zien krijgt. Ben je flexibel, kies dan voor ‘goedkoopste maand’.
Je vindt hier meer tips voor het vinden van voordelige vliegtickets op Skyscanner.
Taal
De voertaal in Cuba is Spaans. Spreek je Spaans, dan zul je merken dat het accent best lastig is. Zeker in de kleinere steden en dorpen kom je waarschijnlijk mensen tegen die je nauwelijks verstaat, terwijl ze ‘gewoon’ Spaans spreken.
In de grote steden of op toeristische plekken, kun je je ook wel in het Engels redden. In de dorpen waar wij kwamen, moesten we het echter voornamelijk met Spaans en handen en voeten doen.
Muziek op straat
Je hebt misschien een bepaald beeld van Cuba, waarbij op iedere straathoek een gezelschap staat te dansen op mooie muziek, zoals je dat ziet in films. Op sommige plekken gebeurt dit nog wel, maar op de meeste plekken is ‘populaire’ muziek doorgedrongen. En niet zomaar muziek, maar reggaeton. Zelfs in de kleinste dorpen klinken de reggaeton beats snoeihard uit de huiskamers, auto’s en mobiele telefoons.
Wij zijn trouwens niet de enigen die de reggaeton een beetje jammer vinden… In Cuba is een wet in de maak om deze muziek te verbieden. Of de wet er ook echt is gekomen, kon ik nergens vinden (al vraag ik me sowieso af of zo’n wet effect zou hebben). Als jij hier meer over weet, laat het me weten in de comments! Overigens bestaan er echt nog wel plekken waar je de authentieke Cubaanse muziek kunt beluisteren, maar je vindt ze niet meer op iedere straathoek.
Backpack of koffer?
Reizen in Cuba kan met zowel de backpack als koffer. Heb je een huurauto, dan kan een koffer sowieso prima. Backpacken in Cuba is misschien net iets handiger als je met de bus en taxi reist, omdat een backpack zich wat makkelijker laat ‘proppen’ in kleine laadruimtes.
Gezondheid
Voor Cuba zijn geen verplichte vaccinaties. Wel wordt DTP, hepatitis A en – bij een verblijf langer dan drie maanden – buiktyfus en rabiës aangeraden. Reizigersdiarree komt wel veel voor, dus neem wat diarreeremmers mee.
Het advies is verder om geen kraanwater te drinken en geen ijsjes van de straat te eten.
Vervoer
Reizen op Cuba kan op verschillende manieren, en die hebben allemaal hun voor- en nadelen (en een ander prijskaartje):
- Auto; complete vrijheid heb je met een huurauto. Je pikt je auto op het vliegveld op en rijdt zo van casa naar casa. Er zijn een paar mooie snelwegen aangelegd die nauwelijks worden gebruikt. Je kunt dus gemakkelijk van stad naar stad reizen. Ook de kleinere dorpen zijn allemaal prima te bereiken met de auto. Een huurauto is prijzig; reken op €50 à €60 per dag. En dan komt er nog benzine bij.
- Bus; iets minder vrijheid, maar wel een stuk goedkoper. Tussen alle grotere plaatsen rijden de bussen van Viazul. Dit zijn comfortabele bussen met airco (neem een trui mee, want ze zetten de airco op standje vriezer) die ongeveer 2 keer per dag hun rit maken. Soms ook langere ritten ’s nachts en dat is handig als je half Cuba door wilt kruisen. Reizen met een bus van Viazul vereist wel wat planning. Wij deden niet aan plannen en zijn dan ook wel eens gestrand op een busstation. We hebben toen de enige bus genomen die nog reed die dag. Ben je iets minder flexibel ingesteld? Kijk dan op de website van Viazul of van te voren bij het busstation naar de vertrektijden. Je kunt ook reserveren, dan weet je zeker dat je een plekje hebt.
- Taxi; de Viazul-bussen rijden alleen naar de steden en grotere dorpen. Wij wilden juist naar de kleinere dorpen en konden dan ook alleen met de taxi reizen. Dit was een dure grap. Voor relatief kleine ritten betaalden we soms wel 50 CUC. We hadden misschien beter moeten onderhandelen. Wel reden we altijd in mooie oldtimers!
- Zoals de locals; de Cubanen zelf reizen met gammele busjes of achterop gammele trucks. Onderweg zul je heel wat Cubanen langs de weg zien staan, soms uren wachtend op een lift. Uiteraard kun je als toerist ook gebruikmaken van deze busjes. Dit is enorm goedkoop, maar reken op een erg oncomfortabele rit. Ook is de wachttijd lang.
Eten
Het eten is niet zo bijzonder op Cuba, helaas. Er zijn wel veel restaurantjes waar je een hapje kunt eten, maar – zeker in de minder toeristische dorpen – moet je niet te veeleisend zijn.
Wij hebben voornamelijk in de casa particulares gegeten. We verbleven vooral in kleine dorpen en we hadden vaak ook geen andere keuze. Gelukkig was dit altijd prima! Eentonig, dat wel, met rijst, bonen en vlees of vis, maar het was iedere keer wel lekker en met liefde klaar gemaakt.
Bijzonder zijn paladares. Dit zijn restaurantjes bij de mensen thuis. Sommige zijn kleinschalig, andere zijn al uitgegroeid tot ‘echte’ restaurants. Hier kun je vaak sfeervol en lekker eten.
Cuba met kinderen?
Wij hadden in 2012 nog geen kinderen, maar met de ervaring die we hebben met reizen door Cuba én het reizen met kleine kids in het algemeen, kan ik hier wel mijn mening over geven.
Heb je maar kort de tijd (bijvoorbeeld 2 of 3 weken) en wil je veel van Cuba zien? Dan zou ik Cuba met kleine kinderen (zeg jonger dan 5) niet doen. Bij reizen met kleine kinderen is hoe langzamer hoe beter en een rondreis door Cuba is hier niet echt geschikt voor. Het kan wel hoor, uiteraard, maar wij zouden het niet doen. Ik heb ook bij geen enkele casa een campingbedje gezien, dus je zal dan een Deryan tentje mee kunnen nemen. Wel kun je in een resort in Varadero gaan zitten, maar dan kun je net zo goed een resort op maar 3 uur vliegen boeken.
Heb je maar 2 of 3 weken de tijd en zijn je kinderen ouder: go for it! Ik zou dan wel een huurauto regelen, zodat je wat flexibeler bent. Zeker als je wat kleinere dorpen wilt bezoeken, is een taxi met een gezin niet geschikt. De taxi’s zijn bijna allemaal oldtimers en dat past simpelweg niet met een gezin. Er zijn genoeg casas met meerdere kamers.
Ilse van de blog Avonturen Sparen maakte een rondreis door Cuba met haar gezin (inclusief kleine kids). Je leest haar ervaring en tips op haar blog.
Onze alternatieve reisroute door Cuba
Havana
Zoals je in het intro al kon lezen waren wij niet echt gecharmeerd van Havana. Ik had me er denk te veel van voorgesteld. Ik verwachtte overal Cubaanse muziek en vriendelijke mensen, maar vanaf aankomst werden we belaagd door opdringerige mensen die ons iets probeerde te verkopen. Kun je hier wel goed tegen, dan ervaar je Havana wellicht heel anders. Uiteraard vonden we ook een paar dingen heel leuk aan Havana, zoals wandelen over de Malecón en de schattige straatjes in Havana Viejo.
We verbleven in casa Alexis y Mari in Havana Viejo (aan de San Juan de Dios No106), vlakbij de Obispo, waar het allemaal te doen is ’s avonds. Je kunt er lekker ontbijten bij Santo Domingo. Ook hebben we ’s avonds een keer fijn gegeten bij een restaurantje op het plein van de Catedral. Ik weet het niet helemaal zeker, maar ik geloof dat het La Torre de Oro heet. Toen wij er waren stonden er obers verkleed als piraten bij de deur. Niet te missen 😉
Kijk op het plein van de kathedraal wel uit voor opgedoste vrouwen in Chiquita-achtige jurken (ze lijken op ananassen), want die proberen je geld af te troggel door super duur met je op de foto te gaan.
Viñales
Na Havana namen we een Viazul bus naar Pinar del Río. Het plan was om daar één of twee dagen te blijven, maar toen we de bus uitstapten werden we overspoeld door enorm opdringerige Cubanen die ons zo ongeveer een casa particular insleepten. We vonden dit helemaal niks, dus we zijn een taxi ingedoken en naar Viñales gereden. Het was hier geweldig!
We verbleven bij casa Graciela y Carlos (aan de Calle Rafael Trejo no 116). De casa heeft twee kamers, goed eten en Graciela is erg vriendelijk. Wel zijn we getuige geweest van het slachten van een varken in de tuin. Ik vond dat iets minder leuk, maar het hoort bij het leven daar.
We hebben in Viñales een gids gehuurd (ergens bij het plein in de buurt). Dit kost wel wat, maar dan help je een lokale Cubaan de maand door én je hebt een first class wandeling langs plekjes waar je anders misschien niet heen was gegaan. Zo zijn we dwars dóór een mogote heen geklommen!
Een bezoekje aan een finca tabaco en een wandeling naar hotel Los Jarmines is ook leuk! Niet schrikken als er ineens een opaatje uit de berm springt om sigaren aan je te verkopen. Wij schrokken ons wild toen dat gebeurde! We hebben wel sigaren gekocht trouwens 😉
Ietsje verderop bij Los Jarmines is een barretje met terras met super mooi uitzicht over de vallei. En op de muur van het huisje kun je je naam schrijven. Misschien zie je onze namen zelfs nog staan!
Al met al: Vinales is geweldig!
Puerto Esparanza
Met een taxi zijn we naar Puerto Esperanza gereden. De taxichauffeur was wel verbaasd dat we er wilden overnachten. Er is namelijk helemaal niks, dus als er al toeristen komen, blijven die maar een middagje ofzo.
Er is één casa particular. Ik heb geen idee meer hoe die heet, maar ja, er is er maar eentje, dus die is niet te missen. Het is een mooie casa met meerdere kamers. Je deelt wel de badkamer met de andere gasten. De kans is echter groot dat je enige gast bent en dat je de badkamer alsnog voor jezelf hebt. Aangezien ik hier behoorlijk ziek was, heb ik uitgebreid de badkamer kunnen testen en het was een prima wc…
Het dorp is dus erg rustig, maar het ligt er mooi bij! We hebben in de omgeving gewandeld en we zijn gaan paardrijden.
San Diego de los Baños
Ook dit is weer zo’n minidorpje met één casa. Wel een héél goede casa! De casa heeft vier kamers, biedt super goed eten én een Cubaan die Engels spreekt (Enrique). Hij hoort niet bij de casa, maar woont wel in dat dorp en hij werkt o.a. voor toeristen, vandaar dat hij goed Engels spreekt. Hij heeft ons heel veel laten zien van de omgeving en het was leerzaam om met hem op te trekken. Hij kan je veel vertellen over de geschiedenis en de cultuur van Cuba.
Om hier te komen, moesten we een godsvermogen betalen voor de taxi 😉 Maar dat was het waard!

Enrique had ook nog een paar fietsen die we konden lenen. We hebben de omgeving dus ook op de fiets verkend en zijn op bezoek geweest bij zijn vader.
Soroa
Op aanraden van Enrique zijn we bij een casa net buiten Soroa gaan logeren. Ik heb geen idee meer hoe de casa heet, maar het was wel een hele mooie. Vanaf de weg zie je al wel de casa, en daarna moest je een soort oprit op, best een lange, stoffige, misschien 50 à 100 meter. De casa heeft meerdere kamers en de eigenaar is een vriendelijke mevrouw die Spaans met me wilde oefenen. Ook het eten was lekker.
Soroa is echt een aanrader! Het dorp is maar één straat, maar je kunt er prachtig wandelen. Langs de weg is niet zo boeiend, maar er is een stuk verderop een soort park, waar je ook iets kunt eten en drinken. Wij hebben dit stuk gelopen, maar je kunt ook met een taxi of huurauto naar het park. Vanaf dat park – waar ook een restaurant is – kun je de berg op lopen. Dit is een flinke klim, maar het is een leuke en mooie wandeling. Onderweg kom je trouwens nog Cubanen tegen die kokosnoten en armbandjes verkopen. Volg de bordjes ‘Mirador’, dan weet je dat je naar een mooie plek op weg bent.
Bij dat park kun je ook een kaartje kopen om een waterval te bekijken. Deze waterval staat in de Lonely Planet. Je kunt echter ook vanaf de weg de bosjes in duiken. Dat hebben wij gedaan (oh dat mag eigenlijk niet hè!). Dan kom je ook bij die waterval uit, maar dan moet je dus eerst even door de bosjes klauteren.
Tegenover dat ‘park’ zit ook nog een soort rijke huizen wijkje, naast een orchideeën park. Dit is ook weer een flink stijl stuk omhoog lopen (over een gewone asfaltweg). Je komt langs indrukwekkend hoge bomen en eenmaal boven kom je bij een ruïne uit. Je kunt je helemaal voorstellen dat dit een prachtige plek moet zijn geweest, maar helaas is het vergaan. Wel kun je er rondkijken en genieten van het prachtige uitzicht!
Las Terrazas
Las Terrazas is een ecodorp en heeft één hotel. Deze moet je van te voren reserveren en toen wij er kwamen was het vol. Wij zijn er dus maar één middag geweest. Het is een leuk dorpje en het hotel zag er keurig uit, al was het wel duurder dan een casa. Je kunt vanuit het hotel mooie wandelingen maken met een gids (is wel duur staat in de Lonely Planet). Konden wij helaas niet doen. We hadden dit wel graag gedaan, maar we moesten op zoek naar een slaapplaats.
Sancti Spíritus
Na Las Terrazas namen we een taxi naar de bushalte van Havana. Hier wilden we een bus nemen naar eigenlijk iedere willekeurige plek. Er reed nog één bus die avond, naar Sancti Spíritus, dus hoppa, daar gingen we. Midden in de nacht kwamen we in Sancti Spíritus aan. Bij de bushalte konden we gemakkelijk een taxi krijgen, waarna de taxichauffeur ons naar een casa particular van een vriend bracht. De casa heet Hostal Paraiso (aan de Máximo Gómez No. 11) en was prachtig! Er is een mooie binnentuin met veel groen, de eigenaar (Hector Luis) is heel vriendelijk en het eten was lekker. Ze kunnen daar ook de was voor je doen, uiteraard tegen betaling. De casa heeft meerdere kamers.

De groene binnentuin van de casa particular in Sancti Spíritus. Het had net geregend, vandaar de natte vloer
Sancti Spíritus zelf is niet zo bijzonder. Wel is er een leuk marktje en er zijn natuurlijk barretjes en terrasjes enzo. Pluspunt is dat er geen ronselaars zijn, zoals in Pinar del Río en Havana. Maar wij zijn geen stadsmensen en toen we vroegen waar we mooi konden wandelen werden we uitgelachen. Plus, als je naar het water loopt (er loopt een soort van riviertje door de stad heen) zie je langs de oevers kadavers liggen, waarschijnlijk van paarden.
Banoa
Banoa is een heel klein dorpjes tussen Sancti Spíritus en Trinidad. Als je de 12 volgt, kom je er doorheen. Het dorpje zelf heeft maar een paar huisjes en een paard met wagen. Je bent er in een scheet doorheen, maar vanaf Banoa kun je de bergen in rijden naar een hacienda (geen goede weg hoor, dus kijk uit met het kapot rijden van je huurauto).
Ben je een natuurliefhebber, dan is dit dé plek! Het is echt prachtig daar! Je kunt er wandelen door een soort nevelwoud, je hebt er super mooie kikkers en vogels en het is er zoooo groen. Het is daar zo groen, omdat het er veel regent. Dat is dan wel weer een nadeel. De hacienda zelf is super mooi en heeft ook meerdere kamers, al waren wij daar de enige gasten.
Ignaza
Verderop langs de weg tussen Sancti Spíritus en Trinidad vind je Ignaza. Bij dit dorp in Valle de los Ingenios zijn volgens mij geen casas, maar het is wel leuk en interessant om er even te stoppen. Met een huurauto is dit makkelijk. Wij hebben de taxichauffeur betaald om op ons te wachten.
Je kunt het torentje genaamd Manaca Ignaza beklimmen. Vanaf boven heb je een enorm mooi uitzicht. Er is ook een gezellig marktje. Het verhaal dat bij deze plek hoort is iets minder mooi. Om deze toren heen lag de grootste slavenplantage van Cuba. De klokken in de toren waren over het hele terrein te horen en werden gebruikt om het eind en begin van de werkdag aan te geven.
La Boca
De meesten stoppen daarna in Trinidad. Ik geloof absoluut dat Trinidad een mooie stad is, maar wij hadden ons lesje geleerd en besloten door te reizen. We namen een taxi naar La Boca en vonden een super mooie casa: Hostal El Galeón, van Jose Antonio Peralta (hij spreekt Engels!) aan Calle real nr 52 A. De casa ligt bijna direct aan het strand. Je kunt biertjes kopen bij een kraampje langs de weg en lekker op ‘t strand gaan zitten! De casa heeft meerdere kamers en je kunt eten op een soort dakterras met prachtig uitzicht en een hangmat 🙂
La Boca ligt dichtbij Playa Ancón, een enorme toeristische spot met alleen maar grote hotels. Playa Ancón – vonden wij – heeft nul sfeer, terwijl La Boca de plek is waar de locals van Trinidad naar het strand gaan. We hebben het daar erg naar ons zin gehad. Je kunt bij deze casa ook fietsjes huren (ja fietsjes, want Cubanen zijn mini dus verwacht geen grote fietsen) en dan naar Ancón fietsen. Dit is een leuk tochtje langs de kust en je kunt onderweg stoppen om te snorkelen. Je kunt snorkelsetjes huren bij de casa, maar ook langs de weg.

Als je in dit restaurantje een visje bestelt, gaat een Cubaan met snorkelset en harpoen de zee in. Even later komt hij de zee weer uit met visje, die hier geroosterd en wel op een bordje ligt. Ik heb het niet zo op eten waar de oogjes nog op zitten, maar ga je hier van watertanden, dan kan het bijna niet verser!
Topes de Collantes
Naast Trinidad en La Boca ligt het nationaalpark Topes de Collantes. Hier zijn geen casas, maar wel hotels. Wij verbleven in Hotel Los Helechos. De hotels hier zijn wel vergane glorie, zoals zoveel in Cuba, maar dat heeft ook z’n charme. Het is wel wat duurder dan een casa. Het eten in het hotel is niet bijzonder, maar wel prima (koekjes bij het ontbijt, wij namen koekjes mee in servetjes voor onderweg tijdens wandelingen!). Tip voor de lunch: brood met kaas en rode jam.
De natuur in Topes de Collantes is prachtig en heel groen. Langs de weg kun je stoppen bij miradors, die staan ook aangegeven. Bij Casa del Café kun je super lekker koffie drinken! Verder kun je wandelen naar een grot (Batata). Dat is erg leuk! Je zult hier wel andere toeristen tegenkomen, het is dus niet zo verlaten als Banoa. Vanaf de grot kun je verder lopen naar een hacienda (Cocina). Soms denk je ‘hu lopen we wel goed, is dit nog wel een pad?’, maar ja, dat is echt het pad. Erg mooi! Ook bij die hacienda is een park met weer een mooie mirador.
Cienfuegos
Toch nog een stad waar we een tijdje zijn verbleven, met veel plezier! Er zijn hier tig casas, je struikelt erover. Wij zaten in een casa helemaal op het puntje van La Punta, Calle 35. De allerlaatste casa (naast een soort parkje) en die casa heeft meerdere mooie kamers (met balkon!) en een restaurant met leuk terras aan het water! Ietsje duurder dan de meeste casas, maar erg mooi. Geloof wel dat wij geluk hadden dat er nog een plekje vrij was, dus als je hier wilt verblijven, moet je reserveren.

Onze casa particular had een mooi terras aan het water. Even chillen met een Cuba Libre (die direct naar m’n hoofd steeg…)
Cienfuegos is een hele relaxte stad. Er is een leuk pleintje met een marktje en het ligt mooi aan de zee. Wel was het er echt bloedverziekend heet… Tip: drink bij dat hete weer géén cuba libres midden op de dag. De alcohol stijgt direct naar je hoofd.
In Cienfuegos hebben we gebruikgemaakt van een bicitaxi. Met onze backpacks achterop bracht hij ons naar het busstation van Cienfuegos. Het was heel apart, want dat kleine Cubaanse mannetje moest echt hard trappen om ons met bagage naar de stad te brengen!
Playa Girón
Playa Girón was onze laatste bestemming voor we naar Havana gingen om terug te vliegen. We verbleven bij Hostal Luis y Marley. De doorgaande weg 122 loopt door het dorp en er is één kruispunt waar deze weg naar rechts ombuigt en dan parallel aan de zee verder loopt. Bij dit kruispunt is die casa. Bij de poort staan twee leeuwtjes (lekker Hollands). Het is een erg leuke casa met hele vriendelijke mensen. Het dorp is erg klein, heeft 2 straten en er is vrijwel niks te doen. Er is nog wel een hotel, maar dat is een maffe plek (wederom vergane glorie).
We hebben het ook hier enorm naar ons zin gehad! Je kunt namelijk een stuk verderop duiken en snorkelen. We werden door een truc opgehaald bij de casa die ons naar een grot genaamd Cuava de los Peces werden gebracht. Hier kun je lekker op een strandbedje chillen, snorkelen en duiken in de zee en in de grot.
Backpacken in Cuba: doen!
Heb je mijn complete gids voor backpacken in Cuba helemaal tot hier gelezen? Wow, I’m impressed! Hebben mijn 5500 woorden en 39 foto’s je overtuigd? Wordt Cuba je volgende reisbestemming? En zo ja, ga je dan ook de kleinere dorpen en natuurparken aandoen of hou je het bij de klassieke steden? Laat het me weten in de comments hieronder!
Dit artikel bevat affiliate links. Meer weten?